Pancreatitis – of een ontsteking van de alvleesklier – is bij katten een veelvoorkomende maar vaak moeilijk te herkennen aandoening.
Het ziektebeeld kan variëren van acuut en ernstig tot chronisch en bijna onzichtbaar.
Omdat de symptomen vaak subtiel zijn, blijft het bij veel katten onopgemerkt tot er blijvende schade is.
Wat doet de alvleesklier eigenlijk?

De alvleesklier (pancreas) heeft twee belangrijke functies:
Spijsvertering: ze produceert enzymen (zoals lipase en amylase) die vetten, eiwitten en koolhydraten helpen afbreken in de darm.
Hormonale functie: ze maakt hormonen zoals insuline aan, dat zorgt dat glucose (bloedsuiker) vanuit het bloed in de cellen wordt opgenomen.
Wanneer de alvleesklier ontstoken raakt, kunnen deze functies verstoord raken — wat gevolgen heeft voor de spijsvertering én soms ook de bloedsuikerregulatie.
Oorzaken (etiologie)
Bij katten is de oorzaak van pancreatitis meestal multifactorieel – in meer dan 95% wordt geen duidelijke aanleiding gevonden (idiopathisch).
Mogelijke factoren zijn:
Infecties of ontstekingen in nabijgelegen organen, zoals lever en darmen (de bekende triaditis: pancreatitis, cholangitis (ontsteking van de galblaas) en IBD (inflammatory bowel disease, zie ook hier)).
Trauma (val, ongeluk of chirurgische manipulatie).
Doorbloedingstoornissen of ischemie (zuurstof tekort) (bijvoorbeeld door shock of anesthesie).
Toxines of sommige medicaties (hoewel dit bij katten zeldzaam is).
Immuun-gemedieerde processen (auto-immuunontsteking).
Diabetes mellitus (suikerziekte)
Bij mensen (en honden) wordt vetrijke voeding vaak als risicofactor genoemd, maar dat verband is bij katten niet aangetoond.
Symptomen
De klachten zijn vaak vaag, wat de diagnose moeilijk maakt.
Katten met pancreatitis kunnen de volgende verschijnselen vertonen:
Verminderde eetlust of helemaal niet eten (anorexie)
Lethargie en sloomheid
Braken
Gewichtsverlies
Buikpijn (hoewel katten dit zelden duidelijk tonen)
Dehydratatie (uitdroging)
Soms diarree of afwijkende ontlasting
Bij acute pancreatitis zijn de symptomen vaak plots en heviger: hoge koorts, uitdroging, pijn en soms geelzucht.
Bij chronische pancreatitis zijn de klachten veel subtieler en wisselend – katten eten periodes slechter, vallen langzaam af, of lijken “af en toe niet lekker”.
Diagnose
De diagnose pancreatitis bij de kat is berucht lastig.
Er is geen enkel onderzoek dat altijd 100% betrouwbaar is, dus we combineren meerdere bevindingen.
Lichamelijk onderzoek: vaak weinig specifieke afwijkingen, soms pijn bij het doorvoelen van de buik.
Bloedonderzoek: soms verhoging van leverenzymen of ontstekingswaarden, maar dit is niet specifiek. De feline pancreas lipase (fPL) is een specifiek enzym dat uitsluitend afkomstig is uit de alvleesklier.
Bij een ontsteking komt dit in verhoogde hoeveelheid in het bloed terecht.
Dat is niet hetzelfde als de “gewone” lipase die in standaardbloedonderzoek wordt gemeten — die kan ook uit andere weefsels komen en is dus veel minder betrouwbaar.Echografie: kan een verdikte of onregelmatige alvleesklier tonen, soms met vocht of afwijkende omliggende weefsels. De echo kan ook helemaal normaal zijn.
Aanvullend onderzoek: bij verdenking op triaditis kan ook aanvullend onderzoek naar de galwegen of darmen handig zijn.
Biopt: alleen in uitzonderlijke gevallen, om bijvoorbeeld onderscheid proberen te maken tussen een pancreatitis en een tumor van de alvleesklier.
Een belangrijk punt: een normale bloedtest sluit milde of chronische pancreatitis niet altijd uit.
Acuut versus chronisch
Acuut: plots ontstoken, vaak pijnlijk en ernstiger ziek. Katten kunnen snel uitdrogen en zelfs in shock raken. Met intensieve behandeling kan volledig herstel optreden.
Chronisch: langdurige, laaggradige ontsteking die steeds terugkomt of blijft sluimeren. Dit kan uiteindelijk leiden tot fibrose (littekenweefsel) en blijvende schade.
Katten met chronische pancreatitis lopen meer risico op:Diabetes mellitus (door verlies van insulineproducerende cellen)
Exocriene pancreasinsufficiëntie (EPI), waarbij de spijsvertering niet meer goed werkt
Triaditis, als de ontsteking zich uitbreidt naar lever en darmen.
Behandeling (therapie)
De behandeling hangt af van de ernst en de vorm (acuut of chronisch), maar is vooral ondersteunend:
Infuustherapie: cruciaal bij acute gevallen om uitdroging te corrigeren en de doorbloeding van de pancreas te verbeteren.

Opname en infuus kan nodig zijn bij pancreatitis Pijnstilling: essentieel, want pancreatitis is pijnlijk – meestal met opiaten zoals buprenorfine.
Voeding: zo snel mogelijk weer (kleine) maaltijden aanbieden, eventueel via een voedingssonde.
Vaak licht verteerbaar voer, met gematigd vetgehalte en hoogwaardige eiwitten.
Bij chronische pancreatitis kan een consistent licht verteerbaar dieet helpen om opflakkeringen te beperken.
Misselijkheid en braken: anti-emetica (zoals maropitant of ondansetron) verminderen misselijkheid. Ook kunnen eventueel eetlust opwekkers ingezet worden.
Behandeling van bijkomende ziektes bijvoorbeeld bij triaditis
Antibiotica: alleen bij verdenking op secundaire bacteriële infectie – dit is heel zelden.
Prognose
De prognose is sterk afhankelijk van de ernst en snelheid van behandeling.
Acuut, mild: vaak volledig herstel.
Acuut, ernstig: risico op complicaties of overlijden, ondanks therapie.
Chronisch: meestal beheersbaar, maar niet altijd te genezen.
Met dieet, medicatie en regelmatige controle kunnen katten nog jarenlang een goede levenskwaliteit behouden.
Samengevat
Pancreatitis bij de kat is een veelvoorkomende, vaak onderschatte aandoening die uiteenloopt van mild tot levensbedreigend.
Omdat symptomen vaag zijn, is vroegtijdige herkenning en gerichte ondersteuning cruciaal.
Katten met herhaald verminderde eetlust, sloomheid of onverklaard gewichtsverlies verdienen verder onderzoek — want een sluimerende alvleesklierontsteking kan veel verklaren.
Blijf Purrfectly informed en zorg dat je kat gezond en gelukkig blijft.
Liefs,
Marieke (en Pip)


