Wanneer je kat ‘vergeetachtig’ wordt

Een kat die ineens ’s nachts gaat miauwen, de kattenbak mist of soms lijkt te “vergeten” waar haar eten staat — veel eigenaren herkennen het gedrag, maar weten niet goed wat erachter zit.
Soms is er sprake van een lichamelijk probleem zoals hyperthyreoïdie of hoge bloeddruk, maar bij veel oudere katten zien we een andere oorzaak: cognitieve disfunctie, vergelijkbaar met dementie bij mensen.


Wat is cognitieve disfunctie?

Cognitive Dysfunction Syndrome (CDS) is een neurodegeneratieve aandoening bij oudere katten waarbij hersenveranderingen leiden tot een geleidelijk verlies van geheugen, oriëntatie en leervermogen.
Het wordt beschouwd als een diagnose van uitsluiting — pas wanneer andere oorzaken zijn uitgesloten, spreken we van CDS.

De aandoening komt vooral voor bij katten ouder dan 10 jaar en wordt met de leeftijd steeds vaker gezien. Studies schatten dat meer dan 35% van de katten ouder dan 15 jaar verschijnselen vertoont die passen bij CDS.


Hoe ontstaat dit?

Bij katten met cognitieve disfunctie raken de hersenen geleidelijk “vermoeid” door ouderdom.
Er gaan zenuwcellen verloren, en de verbindingen tussen hersengebieden werken minder goed.
Daardoor verwerken katten prikkels trager, herkennen ze hun omgeving minder goed en kunnen ze zich slechter aanpassen aan veranderingen.

Onderzoekers hebben in de hersenen van oudere katten kleine afzettingen van eiwit (amyloïde) en oxidatieschade gevonden – vergelijkbaar met wat we bij de ziekte van Alzheimer bij mensen zien.
Deze veranderingen zorgen ervoor dat het geheugen en de oriëntatie langzaam achteruitgaan.

Het gaat dus niet om plotselinge schade, maar om geleidelijke veroudering van het brein, die bij sommige katten sneller verloopt dan bij andere.


Verschijnselen

De verschijnselen van CDS ontwikkelen zich geleidelijk en variëren per kat.
De klassieke symptomen worden vaak samengevat met het acroniem VISHDAAL:

LetterBetekenisUitleg / Voorbeelden
V – VocalisatieOvermatig miauwen, vooral ‘s nachtsKatten met CDS miauwen vaak luid of herhaaldelijk zonder duidelijke reden, meestal ‘s nachts. Dit komt waarschijnlijk door angst, desoriëntatie of een verstoord slaap-waakritme.
I – Interaction changesVerandering in sociaal gedragKatten kunnen afstandelijker worden of juist overdreven aanhankelijk. Sommige lijken hun eigenaar of andere huisdieren niet meer te herkennen.
S – Sleep-wake cycle changesVerstoord dag-nachtritmeMeer slapen overdag, ’s nachts wakker en actief. Vaak gecombineerd met nachtelijke vocalisatie.
H – House-soilingOnzindelijkheidVergeten waar de kattenbak staat, of te laat aankomen. Soms ook door desoriëntatie of stijfheid.
D – DisorientationVerdwalen in bekende omgevingDoelloos rondlopen, naar muren staren, blijven steken in een hoek, of moeite hebben de voerbak te vinden.
A – Activity changesMinder of juist meer activiteitKatten kunnen rustiger worden of juist rusteloos rondlopen zonder doel.
A – AnxietyAngst of onrustSchrikachtigheid, verstopgedrag of verhoogde waakzaamheid. Soms meer stress bij veranderingen.
L – Learning and memoryVerminderd leervermogen of herkenningNiet meer reageren op de naam, routines ‘vergeten’, of moeite met simpele taken zoals via de kattenluik gaan.

Omdat deze symptomen ook voorkomen bij andere aandoeningen, is een grondige evaluatie essentieel.

Desorientatie kan voorkomen bij CDS
Desorientatie kan voorkomen bij CDS

💡 Handige tip: eigenaren kunnen een gedragsdagboek bijhouden of video’s maken van afwijkend gedrag — dat helpt enorm bij het beoordelen van deze VISHDAAL-symptomen in de praktijk.


Diagnose

CDS is een diagnose van uitsluiting: eerst moeten andere aandoeningen worden uitgesloten die vergelijkbare klachten veroorzaken.

1. Anamnese en observatie

  • Gedragsverandering, desoriëntatie of onzindelijkheid

  • Frequentie en tijdsverloop van symptome

2. Lichamelijk en neurologisch onderzoek

  • Uitsluiten van pijn, artritis, sensorische problemen (gehoor, zicht)

  • Neurologische afwijkingen kunnen wijzen op andere oorzaken (tumor, infarct).

3. Bloeddruk meting

4. Laboratoriumonderzoek

  • Bloedonderzoek: nier- en leverfunctie, T4, glucose, elektrolyten

  • Urineonderzoek

  • Eventueel SDMA, fructosamine, hematocriet

4. Beeldvorming (optioneel bij twijfel)

  • MRI of CT kan hersenatrofie of structurele afwijkingen tonen


Behandeling

Hoewel CDS niet te genezen is, kunnen we het verloop vertragen en de levenskwaliteit verbeteren. Het is belangrijk om je te realiseren dat dit een ziekte is en dat het gedrag dat je kat laat zien niet opzettelijk is. 
De aanpak is multimodaal: omgevingsverrijking, voeding, supplementen en soms medicatie.


🏠 1. Omgevingsverrijking en routine
  • Voorspelbaarheid: vaste tijden voor voeren, spelen en slapen

  • Veilige omgeving: geen plotselinge veranderingen in meubels of routines

  • Stimulatie: spelen, puzzels, snuffelmatten

  • Lichtbron ‘s nachts: helpt bij desoriëntatie en angst

    een nachtlampje kan helpen
    Een nachtlampje kan helpen
  • Comfort: warme, zachte slaapplekken en makkelijke toegang tot voer, water en kattenbak


🧠 2. Dieet en supplementen

Antioxidanten en vetzuren
Dieet met antioxidanten (vitamine E, C, selenium, β-caroteen) en omega-3 vetzuren (EPA, DHA) kan oxidatieve schade in de hersenen verminderen.
Voedingen zoals Hill’s Prescription Diet b/d of Purina NeuroCare® zijn ontwikkeld om cognitieve functies te ondersteunen.

S-Adenosylmethionine (SAMe)
Een antioxidant die de leverfunctie ondersteunt en oxidatieve stress in de hersenen kan verminderen.

Medium Chain Triglycerides (MCT’s)
MCT’s (zoals in Purina NeuroCare®) leveren alternatieve energie voor hersencellen.

Ginkgo biloba en fosfatidylserine
Mogelijk nuttig door verbetering van microcirculatie en neurotransmissie, maar bewijs bij katten is beperkt.


💊 3. Medicatie

Er is geen specifieke geregistreerde medicatie voor CDS bij katten, maar sommige middelen worden off-label gebruikt:

  • Selegiline (L-deprenyl): monoamineoxidase-B-remmer, geregistreerd voor honden (Anipryl®). Werkt neuroprotectief en kan gedrag verbeteren; effect bij katten wisselend.

  • Melatonine: kan helpen bij slaapstoornissen, maar dosering moet zorgvuldig worden afgestemd.

  • Anxiolytica of gabapentine: bij angst of nachtelijke onrust, afhankelijk van het individu.


Prognose

Cognitieve disfunctie is progressief, maar het tempo verschilt sterk per kat.
Met een gestructureerde aanpak kunnen veel katten nog lange tijd een goede kwaliteit van leven behouden.


Conclusie

Cognitieve disfunctie bij de oudere kat is een veelvoorkomende, vaak onderkende oorzaak van gedragsverandering.
Vroegtijdige herkenning, uitsluiten van andere ziekten en een combinatie van dieet, supplementen, gedragsaanpassingen en (soms) medicatie kunnen het leven van deze katten aanzienlijk verbeteren.

Blijf Purrfectly informed en zorg dat je kat gezond en gelukkig blijft

Liefs,

Marieke (en Pip)

Laat een reactie achter

Your email address will not be published. Required fields are marked *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Scroll naar boven